ECLI:NL:CRVB:2011:BR7002
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake besluit op bezwaar Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellanten, wonende te Amsterdam, hebben op 6 oktober 2008 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun bezwaar van 29 juli 2008. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam op 17 juni 2008 een besluit heeft genomen, waartegen appellanten bezwaar hebben gemaakt. Het College heeft appellanten verzocht om de gronden van het bezwaar in te dienen, wat zij op 25 augustus 2008 hebben gedaan. Het College heeft vervolgens op 16 oktober 2008 beslist op het bezwaar, maar appellanten hadden al eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank Amsterdam heeft in haar uitspraak van 22 mei 2009 het verzoek van appellanten om een veroordeling in de proceskosten afgewezen. De rechtbank oordeelde dat appellanten voor het begin van de beroepstermijn beroep hebben ingesteld, en dat er geen omstandigheden waren die een andere conclusie rechtvaardigden. Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat de laatste dag van de beslistermijn op 5 oktober 2008 viel, en dat hun beroepschrift op 6 oktober 2008 is ingediend, wat zou betekenen dat het beroep ontvankelijk zou zijn.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat, op basis van artikel 1 van de Algemene termijnenwet, de beslistermijn verlengd wordt tot de eerstvolgende werkdag als deze eindigt op een zondag. Aangezien 5 oktober 2008 op een zondag viel, is de beslistermijn verlengd tot 6 oktober 2008. Hierdoor is het hoger beroep van appellanten niet ontvankelijk verklaard, en is de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.