ECLI:NL:CRVB:2011:BR5309
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- P.J.M. Crombach
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar wegens termijnoverschrijding in AWBZ-zaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, waarin het bezwaar van appellant tegen besluiten van het Zorgkantoor Menzis niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding. De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 augustus 2011 uitspraak gedaan. Appellant had bezwaar gemaakt tegen twee besluiten van het Zorgkantoor, genomen op 17 september 2009, betreffende de vaststelling van het persoonsgebonden budget. Het bezwaar werd op 25 oktober 2009 ingediend, maar het Zorgkantoor ontving het pas op 3 november 2009, wat te laat was volgens de geldende termijnen.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ondanks de argumenten van appellant dat hij door psychische problemen en een zwervend bestaan niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank verwierp deze argumenten, omdat appellant niet met medische gegevens had onderbouwd dat hij niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. Bovendien had hij wel een bezwaarschrift kunnen opstellen en contact kunnen opnemen met zijn zorgverlener binnen de bezwaartermijn.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn gronden, maar de Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank. De Raad was van mening dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat het bezwaar van appellant terecht niet-ontvankelijk was verklaard. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.