ECLI:NL:CRVB:2011:BR4912
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- K. Zeilemaker
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Weigering functie toe te wijzen aan sergeant der eerste klasse bij de Koninklijke landmacht na sollicitatieprocedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 augustus 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een sergeant der eerste klasse bij de Koninklijke landmacht, die had gesolliciteerd naar de functie van Instructeur Militaire Rijopleidingen (IMR). Het bestuursorgaan had geweigerd appellant deze functie toe te wijzen, omdat hij niet voldeed aan de functie-eisen, waaronder het beschikken over een algemene opsporingsbevoegdheid en ervaring als algemeen opsporingsambtenaar. De rechtbank had eerder het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten.
De Raad overweegt dat het bestuursorgaan in sollicitatieprocedures een grote beoordelingsruimte heeft en dat de rechterlijke toetsing terughoudend dient te zijn. De Raad onderschrijft de conclusie van de rechtbank dat de afwijzing van appellant terecht was, aangezien hij niet voldeed aan de vereisten voor de functie van IPR Kmar. Appellant had aangevoerd dat hij voldeed aan de functie-eisen voor de functie van IMR, maar de Raad stelt vast dat deze functie niet langer vacant was.
Daarnaast oordeelt de Raad dat er geen strijd is met het gelijkheidsbeginsel, ondanks het beroep van appellant op een vergelijkbare zaak. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst erop dat de commandant in deze procedure niet in strijd met het beginsel van fair play heeft gehandeld, ondanks een omissie in de functiebeschrijving. Het hoger beroep van appellant wordt afgewezen, en de Raad ziet geen aanleiding om proceskosten te vergoeden.