ECLI:NL:CRVB:2011:BR4292

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-351 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep inzake nabestaandenuitkering Algemene nabestaandenwet

In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Marokko, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 december 2009. De rechtbank had het beroep van appellante tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond verklaard. Appellante had verzocht om een nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) na het overlijden van haar echtgenoot, die in 2008 overleed. De Svb had eerder geweigerd om deze uitkering toe te kennen, omdat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW.

Tijdens de zitting op 15 juli 2011 was appellante niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door F.M. Aalders. Na het indienen van een nieuw besluit door de Svb op 8 november 2010, waarin appellante alsnog een ANW-uitkering werd toegekend, concludeerde de Raad dat aan haar bezwaren was tegemoetgekomen. Hierdoor had appellante geen procesbelang meer bij de beoordeling van haar hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door M.M. van der Kade, in aanwezigheid van T.J. van der Torn als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 5 augustus 2011. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

10/351 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te Marokko (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 december 2009, 09/663 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 5 augustus 2011
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Op 14 juli 2011 heeft de Svb een besluit van 8 november 2010 ingezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 juli 2011. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door F.M. Aalders.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Appellante woont in Marokko en is gehuwd geweest met [M.C.]. De echtgenoot van appellante, geboren in 1924, ontving een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet. Op 21 augustus 2008 is hij in Marokko overleden. In augustus 2008 heeft appellante aan de Svb verzocht om een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) aan haar toe te kennen.
1.2. Bij het bestreden besluit van 22 januari 2009 heeft de Svb zijn besluit van 8 oktober 2008 gehandhaafd, waarbij is geweigerd een nabestaandenuitkering aan appellante toe te kennen op de grond dat haar echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet (vrijwillig) verzekerd was voor de ANW.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellante heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen deze uitspraak gekeerd.
4.1. De Raad overweegt het volgende.
4.2. Bij het onder rubriek I vermelde besluit van 8 november 2010 heeft de Svb aan appellante alsnog met ingang van augustus 2008 een ANW-uitkering toegekend. Daartoe is in aanmerking genomen dat appellantes echtgenoot postuum is toegelaten tot de vrijwillige verzekering voor de ANW.
4.3. De Raad stelt vast dat met het nadere besluit van 8 november 2010 geheel aan appellantes bezwaren is tegemoet gekomen, zodat appellante geen belang meer heeft bij de beoordeling van haar hoger beroep. De Raad zal dit hoger beroep daarom niet-ontvankelijk verklaren.
5. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van T.J. van der Torn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 augustus 2011.
(get.) M.M. van der Kade.
(get.) T.J. van der Torn.
EV
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours interjeté non-recevable.
Par conséquent, décidée par M. le maître M.M. van der Kade en présence du maître
T.J. van der Torn en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 5 août 2011.