ECLI:NL:CRVB:2011:BR1663
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- M.C. Bruning
- P.W.J. Hospel
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoekster op 27 juni 2011 hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 27 mei 2011. Tegelijkertijd heeft verzoekster een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 juli 2011 uitspraak gedaan op dit verzoek. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, volgens de bepalingen in de Beroepswet en de Algemene wet bestuursrecht, een voorlopige voorziening alleen kan worden getroffen indien er een hoger beroep aanhangig is. In deze zaak was de Raad zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het hoger beroep, wat betekent dat er geen hoger beroep meer aanhangig was. Hierdoor kon de voorzieningenrechter niet voldoen aan de voorwaarde voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door M.C. Bruning, in aanwezigheid van griffier P.W.J. Hospel, en is openbaar uitgesproken op 14 juli 2011.