ECLI:NL:CRVB:2011:BR1225
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstandsuitkering wegens schending van inlichtingenverplichting
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 5 juli 2011, gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem. De appellanten, een echtpaar dat sinds 15 januari 2007 bijstand ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), hebben in hoger beroep de verlaging van hun bijstandsuitkering aangevochten. Deze verlaging, die betrekking heeft op de periode van 1 april 2008 tot 1 mei 2008, was vastgesteld op 5% van de bijstandsnorm. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Ubbergen had deze verlaging doorgevoerd omdat appellanten geen melding hadden gemaakt van een bankrekening die op naam van appellante stond bij AEGON.
De Raad heeft vastgesteld dat appellanten hun inlichtingenverplichting hebben geschonden door geen melding te maken van de rekening. De Raad oordeelt dat het feit dat de rekening op naam van appellante staat, impliceert dat zij op de hoogte moet zijn van het bestaan ervan en dat het tegoed op de rekening deel uitmaakt van haar vermogen. Appellanten hebben aangevoerd dat zij niet op de hoogte waren van de rekening, maar de Raad achtte deze stelling onvoldoende onderbouwd. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het College terecht heeft gehandeld door de bijstandsuitkering te verlagen.
De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenverplichting voor bijstandsontvangers en de gevolgen van het niet naleven daarvan. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en bevestigt de aangevallen uitspraak.