ECLI:NL:CRVB:2011:BQ8126
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar door het Uwv wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 juni 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 29 december 2009. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 30 maart 2009, waarin zijn bezwaar tegen een eerder besluit van 9 december 2008 niet-ontvankelijk was verklaard vanwege termijnoverschrijding. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarop hij in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 4 mei 2011 was appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. D.R. Abdoelhak. In hoger beroep heeft appellant geen nieuwe argumenten ingebracht die de termijnoverschrijding zouden kunnen rechtvaardigen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank de gronden van appellant afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen. De Raad voegde hieraan niets toe en bevestigde het oordeel van de rechtbank.
Daarnaast werd opgemerkt dat de wens van appellant om het Uwv strafrechtelijk te vervolgen niet relevant was voor de beoordeling van het besluit van 30 maart 2009 of de aangevallen uitspraak. De Raad concludeerde dat het hoger beroep geen doel trof en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er waren geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend.