ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3645
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- T. Hoogenboom
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en geschiktheid van functies in medisch opzicht
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin het beroep van appellant ongegrond werd verklaard. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de herziening van zijn WAO-uitkering door het Uwv, die de mate van arbeidsongeschiktheid op 45 tot 55% had vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat het besluit van het Uwv voldoende medische en arbeidskundige grondslag had. Appellant stelde dat zijn beperkingen niet waren veranderd ten opzichte van een eerdere beoordeling in 2006, waarbij hij een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100% had. Hij betoogde dat het Uwv bij het opstellen van de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) was uitgegaan van onjuiste normaalwaarden.
Tijdens de zitting op 23 maart 2011 heeft appellant zijn standpunt herhaald, maar het Uwv heeft zich achter het oordeel van de rechtbank geschaard. De Raad voor de Rechtspraak heeft vastgesteld dat appellant geen nieuwe medische informatie heeft ingediend die zijn gezondheidstoestand op de datum van herziening onderbouwt. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank over de medische grondslag van het besluit van het Uwv en de geschiktheid van de functies waarop de schatting is gebaseerd. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.
De uitspraak benadrukt dat de normaalwaarden, die als referentiekader dienen voor het vaststellen van arbeidsmogelijkheden, niet onjuist zijn vastgesteld. De Raad stelt dat de hoogte van de normaalwaarden niet van belang is voor de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid, zolang deze maar als hulpmiddel dienen voor een verantwoorde schatting. De Raad heeft geen aanleiding gezien om het Uwv te verplichten om de hoogte van de normaalwaarden verder te verduidelijken, aangezien deze zijn gerelateerd aan de mogelijkheden van de gezonde beroepsbevolking van 15 tot 65 jaar.