ECLI:NL:CRVB:2011:BQ1363
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- M. Mostert
- J. Brand
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Geen recht op uitkering op grond van de Wet WIA door niet verstreken wachttijd
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 29 september 2010, waarin het beroep van appellante tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had in een besluit van 5 februari 2010 vastgesteld dat appellante per 7 juni 2006 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat de wachttijd van 104 weken nog niet was verstreken. Appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. B. Wernik, heeft in hoger beroep aangevoerd dat de procedure rondom haar melding van arbeidsongeschiktheid niet vlekkeloos is verlopen en heeft verzocht om het geschil te beoordelen zonder rekening te houden met een eerdere uitspraak van de Raad van 28 oktober 2009.
Tijdens de zitting op 4 maart 2011 heeft appellante haar standpunt toegelicht, maar de Raad heeft haar verzoek afgewezen. De Raad oordeelde dat de wachttijd van 104 weken, zoals vastgesteld in de eerdere uitspraak, nog niet was verstreken en dat er geen reden was om van dit oordeel af te wijken. De rechtbank had terecht het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De beslissing werd genomen door de Centrale Raad van Beroep, met G. van der Wiel als voorzitter en J. Brand en B.J. van der Net als leden, in aanwezigheid van griffier M. Mostert. De uitspraak werd openbaar gedaan op 15 april 2011.