ECLI:NL:CRVB:2011:BQ0396
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad inzake bezwaar tegen besluit Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 april 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 19 juni 2009. Appellant, vertegenwoordigd door mr. I.A.C.M. Bodeller-van Breugel, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beslissing van het Uwv, die op 24 september 2010 het bezwaar van appellant alsnog gegrond verklaarde. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte het bestreden besluit van het Uwv in stand had gelaten. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep van appellant gegrond, waarbij het bestreden besluit van 13 november 2008 werd vernietigd wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad heeft tevens het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.635,60 bedragen. Dit bedrag omvat vergoedingen voor rechtsbijstand en reiskosten. De Raad merkte op dat er geen aanleiding was om een hogere wegingsfactor toe te kennen, aangezien de zaak niet van gemiddelde juridische of feitelijke complexiteit afweek. De uitspraak werd gedaan door B.M. van Dun, in tegenwoordigheid van M.A. van Amerongen als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.