ECLI:NL:CRVB:2011:BP9918
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- R. Kooper
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Benoeming en inschaling in de hogere salarisschaal van ambtenaar bij de Belastingdienst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin zijn beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Financiën ongegrond werd verklaard. Appellant was benoemd tot een individuele functie bij de Belastingdienst/Centrale Administratie en was in eerste instantie ingeschaald met behoud van zijn oude salarisschaal. Bij een later besluit werd appellant met ingang van 1 januari 2008 ingeschaald in een nieuwe salarisschaal, maar de staatssecretaris stelde januari aan als zijn periodiekmaand, terwijl appellant meende dat juli zijn periodiekmaand moest zijn. Hij baseerde zich hierbij op het Reglement Personeelsvoorschriften Belastingdienst (RPVB), waarin staat dat de maand van benoeming als periodiekmaand geldt.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de uitleg van de staatssecretaris over de periodiekmaand niet correct was, vooral gezien het feit dat appellant in een identieke situatie verkeerde als zijn collega [K.], die wel in juli als periodiekmaand was vastgesteld. De Raad oordeelde dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel in dit geval gegrond was, omdat de staatssecretaris een fout had gemaakt in de behandeling van de bezwaren van appellant en [K.]. De Raad besloot het eerdere besluit van de staatssecretaris te herroepen en stelde de periodiekmaand van appellant vast op juli 2008, met terugwerkende kracht.
De uitspraak benadrukt het belang van gelijke behandeling van ambtenaren in vergelijkbare situaties en de noodzaak voor de overheid om consistent te zijn in haar beslissingen. De Raad veroordeelde de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.196,- bedroegen, en bepaalde dat het griffierecht van € 368,- aan appellant moest worden vergoed.