ECLI:NL:CRVB:2011:BP8473
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van het Uwv tot vergoeding van proceskosten en wettelijke rente in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een geschil over de vergoeding van proceskosten en wettelijke rente na een gewijzigde beslissing op bezwaar door het Uwv op 7 januari 2011. Appellant, vertegenwoordigd door mr. J.M. Breevoort van DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., had eerder hoger beroep ingesteld, maar trok dit in bij brief van 26 januari 2011, waarbij hij tevens verzocht om vergoeding van de proceskosten en wettelijke rente.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant. De Raad heeft vervolgens de wettelijke bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Beroepswet in overweging genomen, die bepalen dat het bestuursorgaan kan worden veroordeeld tot vergoeding van kosten en schade in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen.
De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv moet worden veroordeeld in de kosten die appellant redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met deze procedure. De kosten zijn begroot op € 437,- voor rechtsbijstand in bezwaar, € 437,- voor rechtsbijstand in beroep en € 655,50 voor rechtsbijstand in hoger beroep, wat in totaal neerkomt op € 1.529,50. Daarnaast heeft de Raad het Uwv veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente over de na te betalen uitkering, waarbij verwezen is naar een eerdere uitspraak van de Raad.