ECLI:NL:CRVB:2011:BP6955

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
4 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-6885 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het recht op een WIA-uitkering na hoger beroep

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die geen recht op een WIA-uitkering kreeg. De rechtbank Rotterdam had eerder op 15 december 2009 het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij het besluit van het Uwv om per 22 april 2009 geen recht op een WIA-uitkering te erkennen, werd gehandhaafd. Appellant, vertegenwoordigd door P.J. Reeser van SRK Rechtsbijstand, heeft in hoger beroep geen nieuwe argumenten aangedragen en volstond met een verwijzing naar eerdere stellingen. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en was vertegenwoordigd door mr. P.C.M. Huijzer tijdens de zitting op 4 februari 2011.

De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank als afdoende en juist gemotiveerd beoordeeld. Appellant verzocht ter zitting om het inschakelen van een onafhankelijk medisch deskundige, maar de Raad zag hier geen aanleiding voor. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, omdat de gronden van appellant niet slaagden. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling van een van de partijen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 maart 2011, met J. Brand als rechter en D.E.P.M. Bary als griffier.

Uitspraak

09/6885 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 december 2009, 09/2363 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 4 maart 2011
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft P.J. Reeser, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 februari 2011. Appellant is verschenen, bijgestaan door Reeser. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.C.M. Huijzer.
II. OVERWEGINGEN
1. De rechtbank heeft op grond van de in de aangevallen uitspraak weergegeven overwegingen het beroep van appellant tegen het besluit van 1 juli 2009 - waarbij het Uwv, beslissend op bezwaar, heeft gehandhaafd zijn besluit dat per 22 april 2009 geen recht is onstaan op een WIA-uitkering - ongegrond verklaard.
2. Hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd bevat, in vergelijking tot zijn stellingname in eerste aanleg, geen nieuwe gezichtspunten. Appellant heeft volstaan met een verwijzing naar hetgeen eerder door hem in beroep is aangevoerd. Appellant heeft in hoger beroep geen nadere stukken ingediend.
3.1. Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank de door appellant opgeworpen gronden afdoende besproken en heeft zij op juiste wijze gemotiveerd waarom die gronden niet slagen. De Raad heeft hieraan niets toe te voegen en verenigt zich met het oordeel van de rechtbank.
3.2. Ter zitting is namens appellant nog verzocht om het inschakelen van een onafhankelijk medisch deskundige. In het voorgaande ligt evenwel besloten dat de Raad hiervoor geen aanleiding ziet.
3.3. Uit het voorgaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
4. De Raad ziet ten slotte geen aanleiding voor een veroordeling van een partij in de proceskosten van de andere partij.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van D.E.P.M. Bary als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2011.
(get.) J. Brand.
(get.) D.E.P.M. Bary.
NW