ECLI:NL:CRVB:2011:BP5599

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-6681 Wajong
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag voor Wajong-uitkering wegens gebrek aan arbeidsongeschiktheid op 17-jarige leeftijd

In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor een Wajong-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, geboren op 13 april 1979, diende op 16 juni 2007 een aanvraag in voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Het Uwv heeft deze aanvraag op 27 september 2007 afgewezen, met de stelling dat appellante op de dag dat zij 17 jaar oud was, niet arbeidsongeschikt was. Na bezwaar tegen deze beslissing, heeft het Uwv het bezwaar ongegrond verklaard op 28 november 2007, waarbij het eerdere standpunt werd gehandhaafd.

Appellante heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uwv. De rechtbank Utrecht verklaarde het beroep ongegrond in de uitspraak van 3 november 2008. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om de conclusies van het Uwv over de arbeidsongeschiktheid op de 17e verjaardag van appellante te betwisten, mede op basis van een rapportage van een bezwaarverzekeringsarts. De rechtbank wees erop dat appellante in 1997 de Havo had afgerond en in 1998 had gewerkt, voordat zij uitviel door zwangerschap en bevalling.

In hoger beroep voerde appellante aan dat zij slachtoffer was van een te laat gestelde diagnose en dat haar Havo-diploma niet relevant was voor de beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid. Ze verzocht om een deskundigenonderzoek. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het feit dat de ziekte MS rond haar 15e of 16e jaar begon, niet betekende dat zij recht had op een Wajong-uitkering, aangezien er op dat moment geen sprake was van arbeidsongeschiktheid. De Raad benadrukte dat appellante haar Havo succesvol had afgerond en daarna enige tijd had gestudeerd en gewerkt.

De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een veroordeling van het Uwv in de proceskosten van appellante. De uitspraak werd openbaar gedaan op 23 februari 2011.

Uitspraak

08/6681 Wajong
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 3 november 2008, 07/3586 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 23 februari 2011.
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. D. Strijbosch, advocaat te Eindhoven, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 januari 2011. Appellante en haar gemachtigde zijn, met bericht, niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door F. Snatager.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Appellante is geboren op 13 april 1979. Op 16 juni 2007 heeft zij bij het Uwv een aanvraag gedaan voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Nadat appellante daartoe door een verzekeringsarts was onderzocht, heeft het Uwv bij besluit van 27 september 2007 die aanvraag afgewezen. Het Uwv heeft zich daarbij onder meer op het standpunt gesteld dat appellante op de dag dat zij 17 jaar oud was, niet arbeidsongeschikt was.
1.2. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 27 september 2007. Een bezwaarverzekeringsarts heeft de medische gegevens beoordeeld. Bij besluit van 28 november 2007 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar ongegrond verklaard en het eerdere standpunt over de arbeidsongeschiktheid op haar 17e verjaardag gehandhaafd.
2. Appellante heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank dat beroep ongegrond verklaard. Mede gelet op een in beroep ingebrachte rapportage van de bezwaarverzekeringsarts zag de rechtbank geen aanleiding om de conclusies van het Uwv ten aanzien van de arbeidsongeschiktheid op haar 17e voor onjuist te houden. De rechtbank wees er daarbij op dat appellante in 1997 de Havo heeft afgerond en in 1998 nog enkele perioden heeft gewerkt totdat zij uitviel vanwege haar zwangerschap en een bevalling in maart 1999.
3. In hoger beroep wijst appellante er op dat zij het slachtoffer is van een veel te laat gestelde diagnose. Zij stelt dat het voor de bepaling van haar arbeidsongeschiktheid niet uitmaakt dat zij de Havo met succes heeft afgemaakt. Daarbij wijst zij ook op de conclusies van de behandelende neurologen. Zij verzoekt dan ook om een door een deskundige te verrichten onderzoek.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. De Raad kan zich verenigen met hetgeen de rechtbank in de aangevallen uitspraak heeft vastgesteld en overwogen en volstaat er dan ook mee te verwijzen naar de aangevallen uitspraak. Met de rechtbank wordt nog benadrukt dat het feit dat de ziekte MS rond haar 15e of 16e levensjaar een aanvang zou hebben genomen, niet betekent dat zij in aanmerking moet worden gebracht voor een Wajong-uitkering. Van belang daarbij is dat er op dat moment nog geen sprake was van arbeidsongeschiktheid. Zij voltooide in de periode rond haar 18e verjaardag de Havo met succes, studeerde daarna enige tijd aan de HTS en werkte vervolgens bijna een jaar via voornamelijk uitzendbureau’s.
4.2. De aangevallen uitspraak komt derhalve voor bevestiging in aanmerking.
5. Er bestaat geen aanleiding voor een veroordeling van het Uwv in de proceskosten van appellant.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos als voorzitter en T. Hoogenboom en H.G. Rottier als leden, in tegenwoordigheid van N.S.A. El Hana als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 februari 2011.
(get.) D.J. van der Vos.
(get.) N.S.A. El Hana.
TM