ECLI:NL:CRVB:2011:BP3617
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens onvoldoende procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft CAK B.V. hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 26 november 2009, waarin het beroep van betrokkene tegen een besluit van CAK werd gegrond verklaard. Betrokkene had op 4 november 2008 een aanvraag ingediend voor compensatie van het eigen risico voor het jaar 2008, welke door CAK op 24 december 2008 werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat CAK het bezwaar van betrokkene onzorgvuldig had behandeld en vernietigde het besluit, maar liet de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand.
CAK stelde in hoger beroep dat het niet in strijd had gehandeld met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat de rechtbank onterecht had geoordeeld. De Centrale Raad van Beroep heeft echter vastgesteld dat CAK onvoldoende procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak. Dit is gebaseerd op de overweging dat de rechtbank de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand heeft gelaten, en dat CAK met zijn hoger beroep geen resultaat kan bereiken dat voor hem feitelijk betekenis heeft.
De Raad concludeert dat het hoger beroep van CAK niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat er geen sprake is van voldoende procesbelang. Tevens is er geen aanleiding om CAK te veroordelen in de proceskosten van betrokkene, aangezien er geen voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn aangetoond. De uitspraak is gedaan door J.J.A. Kooijman, in aanwezigheid van griffier R. Scheffer, en is openbaar uitgesproken op 26 januari 2011.