ECLI:NL:CRVB:2011:BP3583
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- K. Moaddine
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag compensatie eigen risico ingevolge de Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft het Centraal Administratiekantoor B.V. (CAK) hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Breda, waarin de rechtbank het besluit van CAK om de aanvraag van betrokkene voor compensatie van het eigen risico voor het jaar 2008 af te wijzen, heeft vernietigd. De rechtbank heeft echter bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit geheel in stand blijven. Dit betekent dat de situatie van betrokkene niet verandert, ondanks de vernietiging van het besluit. CAK heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het bestreden besluit in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). CAK stelt dat het zich heeft gebaseerd op de gegevens van Vektis en dat de omstandigheden van betrokkene, zoals diabetes, niet voldoende zijn om in aanmerking te komen voor compensatie.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat CAK onvoldoende procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak. Dit is gebaseerd op de overweging dat de rechtbank al heeft bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven, en dat CAK met zijn hoger beroep geen resultaat kan bereiken dat voor hem feitelijk betekenis kan hebben. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van CAK niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat er geen sprake is van voldoende procesbelang.
De uitspraak is gedaan door R.M. van Male als voorzitter en K. Moaddine als griffier, en is openbaar uitgesproken op 25 januari 2011. CAK is bovendien een griffierecht van € 448,-- opgelegd.