ECLI:NL:CRVB:2011:BP3494

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
4 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-6107 AKW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering kinderbijslag op basis van klokureneis en schoolverklaringen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellant, die kinderbijslag had aangevraagd voor zijn kind, geboren in 1991. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had eerder geweigerd om kinderbijslag toe te kennen voor het tweede en derde kwartaal van 2008, en had de eerdere toekenning voor het vierde kwartaal van 2007 en het eerste kwartaal van 2008 herzien. De Svb baseerde deze beslissing op de Regeling Klokuren 1998, die vereist dat een kind gemiddeld 213 klokuren per kwartaal onderwijs volgt. Appellant stelde dat zijn kind wel degelijk onderwijs volgde aan het Collège Aïn Zohra, maar de Raad oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat de schoolverklaringen onjuist waren ingevuld.

De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt, maar de Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank. De Raad concludeerde dat appellant niet had aangetoond dat zijn kind voldeed aan de klokureneis of onder een uitzondering viel. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 4 februari 2011.

Uitspraak

09/6107 AKW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] Marokko (hierna: appellant)
,tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 september 2009, 08/5196 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 4 februari 2011
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 januari 2011. Appellant is daarbij niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.Y. van den Berg.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Bij besluit van 23 september 2008 heeft de Svb geweigerd aan appellant ten behoeve van zijn [ M]] geboren [ in] 1991, kinderbijslag toe te kennen voor het tweede en derde kwartaal van 2008. Verder is bij dit besluit de eerdere toekenning van kinderbijslag ten behoeve van [ M] herzien over het vierde kwartaal van 2007 en het eerste kwartaal van 2008. Het besluit van 23 september 2008 is gebaseerd op de aan artikel 7, tweede lid, aanhef en onder a, van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de Regeling Klokuren 1998 ontleende grond dat [ M] in het schooljaar 2007-2008 in verband met onderwijs of een beroepsopleiding lessen of stages volgde gedurende gemiddeld minder dan 213 klokuren per kwartaal en per jaar minder dan 1600 uur bezig was met zijn opleiding.
1.2. Het bezwaar van appellant tegen het onder 1.1 genoemde besluit heeft de Svb bij besluit van 3 december 2008 (hierna: besluit op bezwaar) ongegrond verklaard. Daartoe is verwezen naar namens het Collège Aïn Zohra te [woonplaats] ingevulde schoolverklaringen van 19 november 2007 en van 18 maart 2008.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het door appellant tegen het besluit op bezwaar ingestelde beroep ongegrond verklaard.
3.1. In hoger beroep heeft appellant evenals in beroep gesteld dat [ M] in het schooljaar 2007-2008 wel degelijk onderwijs heeft gevolgd aan het Collège Aïn Zohra te [woonplaats].
3.2. De Raad onderschrijft de door de rechtbank in de aangevallen uitspraak ter zake gebezigde overwegingen en maakt deze tot de zijne. Niet in geschil is dat [ M] in het schooljaar 2007-2008 onderwijs heeft gevolgd aan het Collège Aïn Zohra te [woonplaats]. Doorslaggevend is dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de schoolverklaringen van 19 november 2007 en van 18 maart 2008 onjuist zijn ingevuld en dat [ M] in het vierde kwartaal van 2007 tot en met het derde kwartaal van 2008 wel degelijk voldeed aan de eis van een gemiddeld aantal van 213 klokuren per kwartaal of valt onder één van de uitzonderingen op de klokureneis als genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Regeling Klokuren 1998.
4. Gelet op het vorenstaande slaagt het hoger beroep niet. De aangevallen uitspraak wordt daarom bevestigd.
5. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade als voorzitter en T.L. de Vries en E.E.V. Lenos als leden, in tegenwoordigheid van M.A. van Amerongen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 februari 2011.
(get.) M.M. van der Kade.
(get.) M.A. van Amerongen.
TM