ECLI:NL:CRVB:2011:BP3319
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.A. Kooijman
- R. Scheffer
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens onvoldoende procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft het Centraal Administratiekantoor B.V. (CAK) hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 18 maart 2010, waarin het beroep van een betrokkene tegen een besluit van CAK werd gegrond verklaard. De rechtbank had het besluit van CAK van 3 juni 2009 vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. CAK had de aanvraag van de betrokkene om compensatie van het eigen risico voor het jaar 2008 afgewezen, omdat de betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden van de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Tijdens de zitting op 15 december 2010 zijn partijen niet verschenen. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat CAK onvoldoende procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak, omdat de rechtbank had bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. CAK kan met zijn hoger beroep geen resultaat bereiken dat voor hem feitelijk betekenis kan hebben, aangezien het hoger beroep zich niet richt tegen de bepaling van de rechtbank die de rechtsgevolgen in stand houdt.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van CAK niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Tevens is er geen aanleiding om CAK te veroordelen in de proceskosten van de betrokkene, omdat er geen voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn aangetoond. De uitspraak is gedaan door J.J.A. Kooijman, in tegenwoordigheid van R. Scheffer als griffier, en is openbaar uitgesproken op 26 januari 2011.