ECLI:NL:CRVB:2011:BP3269

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/53 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW)

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin haar aanvraag voor een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) is afgewezen. Appellante, die in Marokko woont, heeft de uitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot [M.] in 1994. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de aanvraag afgewezen omdat [M.] op het moment van zijn overlijden niet verzekerd was. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd door de Svb ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard.

In hoger beroep heeft appellante haar financiële situatie en medische problemen naar voren gebracht, maar de Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en deze geheel tot de zijne gemaakt. De Raad heeft vastgesteld dat de medische problemen van appellante geen invloed hebben op de rechtmatigheid van het besluit van de Svb. Gezien de feiten en omstandigheden heeft de Raad geoordeeld dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in aanwezigheid van T.J. van der Torn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 februari 2011. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

10/53 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats], Marokko (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 3 december 2009, 08/4535 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 3 februari 2011
I. PROCESVERLOOP
Appellante is in hoger beroep gekomen tegen de aangevallen uitspraak.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Op 22 oktober 2010 heeft onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Aldaar is vastgesteld dat de per aangetekende post naar appellante verzonden uitnodiging voor de zitting van 22 oktober 2010 niet op het postkantoor is opgehaald en op 21 oktober 2010 door de Raad retour is ontvangen.
Hierna is het onderzoek heropend teneinde appellante nogmaals, dit keer per gewone post, uit te nodigen op een zitting van de Raad te verschijnen. Verder is de zaak verwezen naar een enkelvoudige kamer.
Vervolgens is het geding ter behandeling aan de orde gesteld op de zitting van 23 december 2010, waar partijen niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Appellante, geboren in 1960, woont in Marokko en bezit de Marokkaanse nationaliteit. In 1977 is appellante gehuwd met [M.], geboren in 1952.
[M.] heeft in Nederland gewoond en gewerkt en is rond 1982 naar Marokko geremigreerd.
1.2. Op 2 december 1994 is [M.] in Marokko overleden.
1.3. Vervolgens heeft appellante een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) aangevraagd. Op deze aanvraag is bij besluit van 14 juni 2005 afwijzend beslist op de grond dat [M.] op de datum van zijn overlijden niet verzekerd was. Appellantes bezwaar hiertegen is bij besluit van 14 oktober 2008 (hierna: besluit op bezwaar) door de Svb ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het besluit op bezwaar ongegrond verklaard.
3.1. In hoger beroep heeft appellante evenals in beroep gewezen op de slechte financiële situatie waarin zij verkeert. Verder heeft appellante haar medische problemen onder de aandacht van de Raad gebracht.
3.2. De Raad onderschrijft de door de rechtbank in de aangevallen uitspraak gebezigde overwegingen en maakt deze geheel tot de zijne. In aanvulling daarop overweegt de Raad dat ook de medische problemen van appellante niets afdoen aan de rechtmatigheid van het besluit op bezwaar.
4. Gelet op het voorgaande slaagt het hoger beroep van appellante niet. De aangevallen uitspraak zal daarom worden bevestigd.
5. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van T.J. van der Torn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 februari 2011.
(get.) J.P.M. Zeijen.
(get.) T.J. van der Torn.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH ’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen inzake het begrip verzekerde.
IvR
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale),
statue:
Confirme la décision attaquée.
Par conséquent, décidée par J.P.M. Zeijen en présence de T.J. van der Torn en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, 3 Février 2011.
(get.) J.P.M. Zeijen.
(get.) T.J. van der Torn.
Les parties disposent d’un délai de six semaines à compter de la date d’envoi pour introduire un pourvoi en cassation contre cette décision devant la Cour de Cassation des Pays-Bas: Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, NL 2500 EH ’s-Gravenhage) au titre de la violation ou de la mauvaise application des dispositions concernant la notion de groupe d’assurés.