ECLI:NL:CRVB:2011:BP2515
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van medische beoordeling en Functionele Mogelijkheden Lijst
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar, waarin de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om een WIA-uitkering toe te kennen, werd bevestigd. Appellant, die eerder werkzaam was als administratief/financieel medewerker, had zich ziekgemeld met psychische klachten na het faillissement van zijn werkgever. Het Uwv had in een besluit van 12 februari 2008 vastgesteld dat appellant per 4 december 2007 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en had daarom de WIA-uitkering geweigerd. Dit besluit werd later in een bezwaarprocedure door het Uwv bevestigd.
De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) die door de bezwaarverzekeringsarts was opgesteld. Appellant was het niet eens met deze uitspraak en stelde in hoger beroep dat hij niet zelfredzaam was en dat er meer beperkingen in de FML opgenomen moesten worden. Hij voerde aan dat zijn psychische klachten niet goed waren onderzocht en dat er aanleiding was voor een urenbeperking.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en kwam tot de conclusie dat er geen nieuwe gronden waren aangevoerd die de eerdere oordelen konden weerleggen. De Raad stelde vast dat de informatie die appellant had ingediend niet specifiek genoeg was om tot een ander oordeel te komen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant, gezien zijn beperkingen, in staat was de aan de schatting ten grondslag gelegde functies te vervullen. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter G. van der Wiel, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 28 januari 2011.