ECLI:NL:CRVB:2011:BP2201
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Greebe
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank over de oplegging van een maatregel wegens te late melding van werkloosheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had aan appellante een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) toegekend, maar ook een maatregel opgelegd omdat appellante haar werkloosheid 15 dagen te laat had gemeld. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze maatregel, maar het Uwv handhaafde de waarschuwing in het bestreden besluit. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat het bezwaar van appellante beperkt was tot de waarschuwing en dat er geen verplichting was om niet aangevochten onderdelen van het primaire besluit te heroverwegen.
In hoger beroep herhaalde appellante haar eerdere gronden, stellende dat het Uwv in strijd met artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) had gehandeld door de heroverweging in bezwaar te beperken tot de opgelegde maatregel. De Centrale Raad van Beroep bevestigde het oordeel van de rechtbank en stelde vast dat de gemachtigde van appellante nooit had betwist dat het telefoonverslag van 15 april 2009 een correcte weergave was van het gesprek. Hierdoor was de omvang van het bezwaar beperkt tot de opgelegde maatregel, wat de Raad leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagde.
De Raad zag geen aanleiding om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante, en bevestigde de aangevallen uitspraak. De uitspraak werd gedaan door M. Greebe, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 26 januari 2011.