ECLI:NL:CRVB:2011:BP1848
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vaststelling van het dagloon voor WAO-uitkering en de ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de vaststelling van het dagloon waarnaar de WAO-uitkering van appellant wordt berekend. Het dagloon is vastgesteld bij besluit van 23 maart 2005, waarbij appellant met ingang van 30 mei 2002 een WAO-uitkering is toegekend. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 16 februari 2010 overwogen dat de vermelding van het dagloon in het besluit van 24 maart 2009 slechts informatief is en geen rechtsgevolg heeft. Appellant was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep behandeld en vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het besluit van 24 maart 2009 enkel betrekking heeft op de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid en niet op het dagloon. De Raad heeft geen aanknopingspunten gevonden om tot een ander oordeel te komen dan de rechtbank. De vermelding van het dagloon in het besluit van 24 maart 2009 is niet bepalend en dient enkel ter informatie van appellant.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met G. van der Wiel als voorzitter en G.J.H. Doornewaard en J. Brand als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 21 januari 2011.