ECLI:NL:CRVB:2011:BP1799
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van functies
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant, die een WIA-uitkering heeft aangevraagd na uitval door rugklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft zijn aanvraag afgewezen, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank Haarlem heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellant is van mening dat zijn rugklachten en allergieën zijn onderschat en dat hij meer beperkingen heeft dan in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) is vastgelegd, vooral door een in juni 2009 vastgestelde chronisch depressieve stoornis. Hij verzoekt de Raad om een psychiater als deskundige te benoemen.
De Raad voor de Rechtspraak heeft het hoger beroep behandeld en het medisch onderzoek als zorgvuldig beoordeeld. De verzekeringsarts heeft in eerdere rapporten overtuigend gemotiveerd waarom er geen aanleiding is om meer beperkingen aan te nemen dan in de FML zijn neergelegd. De Raad concludeert dat de functies die aan het bestreden besluit ten grondslag liggen, medisch geschikt zijn voor appellant. De mate van arbeidsongeschiktheid is terecht vastgesteld op minder dan 35% per 26 februari 2009.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van T.J. van der Torn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 januari 2011.