ECLI:NL:CRVB:2011:BP1539
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K. Zeilemaker
- M.C. Bruning
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Toetsing van selectieprocedure bij ambtelijke functie-inpassing
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die in vaste dienst is bij de gemeente Lisse, tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. Appellant was in het kader van een reorganisatie aangewezen als functievolger en had zich kandidaat gesteld voor de functie van clustermanager Bedrijfsvoering. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lisse heeft appellant echter niet ingepast in deze functie, maar heeft een andere kandidaat, J., geselecteerd. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar zijn bezwaar werd ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 6 januari 2011 geoordeeld dat het college een heldere en objectieve toetsingsmaatstaf heeft gehanteerd bij de selectieprocedure. De Raad heeft vastgesteld dat het college de functies van appellant en J. heeft vergeleken met de geambieerde functie en dat daarbij ook andere elementen, zoals kennis en ervaring, zijn meegewogen. De Raad oordeelt dat de keuze van het college om J. te selecteren niet onjuist is, gezien de leidinggevende ervaring van J. op strategisch/tactisch niveau in vergelijking met de operationele ervaring van appellant.
Appellant heeft aangevoerd dat niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken beschikbaar zijn gesteld en dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om deel te nemen aan een assessment. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant in het bezit is van alle relevante stukken en dat het college niet in strijd heeft gehandeld met de Algemene wet bestuursrecht. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het bestreden besluit de terughoudende toetsing kan doorstaan. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de keuzevrijheid van het college in de sollicitatieprocedure.