ECLI:NL:CRVB:2010:BP7569
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het bestuursrechtelijke geschil tussen het Academisch Medisch Centrum en een medewerker
Op 15 oktober 2010 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van de Raad van Bestuur van het Academisch Medisch Centrum (AMC) tegen een medewerker. De voorzieningenrechter, M.C. Bruning, heeft het verzoek afgewezen. De zaak betreft een disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag die aan de medewerker was opgelegd wegens excessief gebruik van telefoonlijnen van het AMC voor het bellen naar 09XX-nummers. Dit gebruik leidde tot extreem hoge gesprekskosten, wat aanleiding gaf tot een onderzoek door BN Bedrijfsrecherche Nederland B.V. De bevindingen van dit onderzoek leidden tot het bestreden besluit van 8 juli 2009, dat later werd gehandhaafd bij een besluit op bezwaar op 24 november 2009.
De rechtbank had eerder het beroep van de medewerker tegen het bestreden besluit gegrond verklaard en het besluit vernietigd, omdat niet voldoende bewijs was geleverd dat de medewerker het verweten plichtsverzuim had gepleegd. De Raad van Bestuur van het AMC ging in hoger beroep en vroeg om een voorlopige voorziening om de werking van de eerdere uitspraak te schorsen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bewijs was dat de medewerker betrokken was bij het bellen naar de 09XX-nummers vanuit de controlekamer en regelkamer van het AMC. De medewerker moest het bewijs ontkrachten dat door de verzoeker was aangedragen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het spoedeisend belang van de verzoeker was komen te ontvallen, omdat de medewerker niet terug kon keren in zijn functie totdat de bodemprocedure was afgerond. De verzoeker kon een nieuwe beslissing op bezwaar nemen en moest de uitspraak in het hoger beroep afwachten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldig bewijs in bestuursrechtelijke procedures en de rol van voorlopige voorzieningen in dergelijke geschillen.