ECLI:NL:CRVB:2010:BO9366
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep CAK tegen uitspraak rechtbank Amsterdam inzake compensatie eigen risico Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft het Centraal Administratiekantoor B.V. (CAK) hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 mei 2010, waarin het beroep van een betrokkene tegen een besluit van CAK werd gegrond verklaard. De rechtbank had bepaald dat het besluit van CAK, waarin de aanvraag van de betrokkene om compensatie van het eigen risico voor het jaar 2008 werd afgewezen, vernietigd diende te worden. De rechtbank oordeelde dat CAK het besluit in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) had voorbereid en dat de betrokkene niet in de gelegenheid was gesteld om op zijn bezwaar te worden gehoord. De rechtbank liet echter de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand, omdat uit gegevens van Vektis bleek dat de betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden voor compensatie.
In het hoger beroep heeft CAK zich gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat het bestreden besluit vernietigd moest worden. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat CAK onvoldoende procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak. Dit komt doordat de rechtbank had bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit geheel in stand blijven en CAK zich in zijn hoger beroep niet richtte tegen die bepaling. Hierdoor kon CAK met zijn hoger beroep geen resultaat bereiken dat voor hem feitelijk betekenis zou hebben.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van CAK niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling, en CAK moet een griffierecht van € 448,-- betalen. De uitspraak is gedaan door R.M. van Male als voorzitter en J.R.K.A.M. Waasdorp als griffier, en is openbaar uitgesproken op 22 december 2010.