ECLI:NL:CRVB:2010:BO8926

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/1184 ZW + 09/1188 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • C.W.J. Schoor
  • G.J.H. Doornewaard
  • M.S.E. Wulffraat-van Dijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van uitspraken inzake sociale zekerheidswetgeving

In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.C. de Jonge, een verzoek tot herziening ingediend tegen eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 7 januari 2009. De verzoeken zijn ingediend in het kader van de sociale zekerheidswetgeving, specifiek de Ziektewet (ZW) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Verzoeker stelt dat er sprake is van evidente onjuistheid en nieuwe feiten die niet eerder bekend waren, en dat de verzekeringsgeneeskundige beoordeling niet naar behoren heeft plaatsgevonden.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 december 2010 uitspraak gedaan. De Raad overweegt dat voor een herziening op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) nieuwe feiten of omstandigheden moeten worden aangetoond. De Raad constateert dat verzoeker geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd die een ander licht werpt op zijn situatie ten tijde van de eerdere uitspraken. Hierdoor is er geen grond voor herziening.

De Raad wijst de verzoeken om herziening af, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere uitspraken kunnen ondermijnen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

09/1184 ZW
09/1188 WIA
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet op de verzoeken om herziening van:
[verzoeker], wonende te [woonplaats] (hierna: verzoeker),
van de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 7 januari 2009, 07/1593 en 07/4930 (hierna: bestreden uitspraken)
in het geding in hoger beroep tussen:
verzoeker
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 24 december 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens verzoeker heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, verzocht om herziening.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 december 2010, waar verzoeker is verschenen, bijgestaan door mr. De Jonge. Het Uwv heeft zich met voorafgaand bericht niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
1. Verzoeker heeft verzocht om “herziening op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie en op grond van nieuwe feiten en omstandigheden”. Verzoeker is van mening dat zijn aanspraken bij de bestreden uitspraken niet naar behoren zijn erkend. Gelet op het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting komt het standpunt van verzoeker - samengevat weergegeven - erop neer dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek niet naar behoren heeft plaatsgevonden en dat dit pas duidelijk is geworden nadat de Raad in hoger beroep de bestreden uitspraken heeft gedaan.
2.1. De Raad stelt vast dat het standpunt van verzoeker er in feite op neerkomt dat hij in het kader van de herzieningsprocedure op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opnieuw de verzekeringsgeneeskundige beoordeling aan de orde wil stellen.
2.2. De Raad overweegt dat de door verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaken en de juistheid van de bestreden uitspraken in de onderhavige herzieningsprocedure niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van één of meer feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Awb.
2.3. De Raad acht echter in het verzoekschrift geen zodanig feit of zodanige omstandigheid gelegen. Ter zitting heeft gemachtigde van verzoeker desgevraagd verklaard dat er geen nieuwe, bij verzoeker vóór de bestreden uitspraken niet bekende medische informatie, afkomstig van de behandelend sector, beschikbaar is die een ander licht werpt op de medische situatie van verzoeker op de datum in geding. Daarom dienen de verzoeken om herziening te worden afgewezen.
3. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Wijst de verzoeken om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door C.W.J. Schoor als voorzitter en G.J.H. Doornewaard en M.S.E. Wulffraat-van Dijk, in tegenwoordigheid van M. Mostert als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 december 2010.
(get.) C.W.J. Schoor.
(get.) M. Mostert.
NK