ECLI:NL:CRVB:2010:BO8128
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Vaststelling en terugvordering van buitengewoon pensioen op basis van vermogensinkomsten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de Raadskamer WBP van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellant, geboren in 1923, had beroep ingesteld tegen twee besluiten van verweerster, waarbij het pensioen over de jaren 2003 tot en met 2008 werd vastgesteld en teruggevorderd. Het eerste besluit, genomen op 28 april 2009, betrof de definitieve vaststelling van het pensioen en de terugvordering van te veel betaald pensioen over de jaren 2003 tot en met 2008. Het tweede besluit, genomen op 8 februari 2010, handhaafde de voorlopige vaststelling van het pensioen op nihil met ingang van 1 januari 2009.
De Raad overwoog dat de schatting van de verrekenbare vermogensinkomsten over 2008 op € 12.000 niet onredelijk was, aangezien er geen feiten of omstandigheden waren die dit tegenspraken. De Raad bevestigde dat het pensioen over 2008 op goede gronden voorlopig op nihil was gesteld. Tevens werd de beslissing om met ingang van 1 januari 2009 het pensioen voorlopig op nihil te stellen, in die zin dat er geen voorschot zou worden uitgekeerd, gehandhaafd.
De Raad concludeerde dat de beroepen ongegrond waren en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de gegevens van de Belastingdienst bij de vaststelling van vermogensinkomsten en de toepassing van beleidsregels door verweerster.