ECLI:NL:CRVB:2010:BO6921

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/4141 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake sociale zekerheid

In deze zaak heeft verzoekster, woonachtig in Marokko, een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 3 december 2008. Dit verzoek is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Beroepswet. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 november 2010 uitspraak gedaan over dit verzoek. Tijdens de zitting op 20 oktober 2010 was verzoekster niet aanwezig en ook de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) was niet vertegenwoordigd. De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat verzoekster geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid heeft aangedragen die aanleiding zou geven tot herziening van de eerdere uitspraak. De Raad heeft eerder in een uitspraak van 3 oktober 2003 aangegeven dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, tenzij er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die niet eerder bekend waren. Aangezien verzoekster geen dergelijk nieuw feit heeft kunnen aanvoeren, heeft de Raad besloten het verzoek om herziening af te wijzen. Tevens zijn er geen termen aanwezig om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters.

Uitspraak

09/4141 AWBZ
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het verzoek om herziening van:
[Verzoekster], wonende te [woonplaats], Marokko, (hierna: verzoekster)
van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 3 december 2008, 07/1875,
in het geding tussen:
verzoekster
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, gevestigd te Amstelveen (hierna: Svb)
Datum uitspraak: 24 november 2010
I. PROCESVERLOOP
Verzoekster heeft om herziening verzocht van bovenvermelde uitspraak van de Raad van 3 december 2008.
Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2010. Verzoekster is niet verschenen. Svb heeft zich - met voorafgaand bericht - niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Ingevolge artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
1.2. Bij de uitspraak waarvan thans herziening wordt gevraagd, heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2007, 03/2084, bevestigd. De Raad heeft daarbij het oordeel van de rechtbank, inhoudende dat het beroep van verzoekster niet ontvankelijk is omdat zij geen procesbelang heeft, bevestigd.
1.3. Ter onderbouwing van haar verzoek om herziening heeft verzoekster gesteld dat zij ernstig ziek is en daardoor veel medicatie nodig heeft.
2. Zoals de Raad reeds eerder heeft overwogen in zijn uitspraak van 3 oktober 2003 (LJN AN7982), is het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet gegeven om anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, een hernieuwde discussie over de betrokken zaak te voeren en evenmin om een discussie over de juistheid van de betrokken uitspraak te openen. De Raad is niet gebleken dat verzoekster enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Awb, naar voren heeft gebracht.
3. Gelet op het vorenstaande dient het verzoek om herziening dan ook te worden afgewezen.
4. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Awb inzake een vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door H.J de Mooij, in tegenwoordigheid van J.R.K.A.M. Waasdorp als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 november 2010.
(get.) H.J. de Mooij.
(get.) J.R.K.A.M. Waasdorp.
RB
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale);
statue:
Rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par H.J. de Mooij comme membre, en présence de J.R.K.A.M.Waasdorp en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 24 novembre 2010.