ECLI:NL:CRVB:2010:BO4396
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.M. van Dun
- M. Mostert
- Rechtspraak.nl
Intrekking van beroep na tegemoetkoming door bestuursorgaan in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. P.J. Reeser van SRK Rechtbijstand, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had op 4 juni 2010 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 09/1031. Het hoger beroep volgde op een nieuwe beslissing op bezwaar van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 24 september 2010, waarbij het Uwv geheel tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Op 4 oktober 2010 heeft mr. Reeser namens appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een veroordeling van het Uwv in de proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv met de nieuwe beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellante heeft voldaan. De Raad heeft vervolgens geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld, zoals bepaald in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet. De proceskosten zijn begroot op € 322,- voor de rechtsbijstand in beroep en € 437,- voor de rechtsbijstand in hoger beroep, wat leidt tot een totaalbedrag van € 759,-.
De uitspraak is gedaan door B.M. van Dun, met M. Mostert als griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 november 2010. Appellante kan zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het Uwv wenden.