ECLI:NL:CRVB:2010:BO4107
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- M. Mostert
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit arbeidsongeschiktheid en vergoeding renteschade
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Assen, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv over de mate van arbeidsongeschiktheid ongegrond werd verklaard. Appellante had in eerste instantie een arbeidsongeschiktheid van 55-65% vastgesteld gekregen per 30 juli 2008. Na het indienen van hoger beroep heeft het Uwv op 15 april 2010 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, maar deze werd later ingetrokken en vervangen door een besluit op 20 mei 2010, waarin de arbeidsongeschiktheid van appellante werd verhoogd naar 80-100%.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 november 2010 uitspraak gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat, gezien de nieuwe beslissing op bezwaar, het eerdere besluit van 19 september 2008 en de aangevallen uitspraak vernietigd moesten worden. De Raad heeft het verzoek van appellante om vergoeding van wettelijke rente over de na te betalen uitkering toegewezen en het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante, inclusief reiskosten. De totale kosten die het Uwv moest vergoeden, inclusief het griffierecht, bedroegen € 189,50.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de verplichting van het Uwv om tijdig en correct te reageren op bezwaren van appellanten. De Raad heeft ook verwezen naar eerdere jurisprudentie over de berekening van wettelijke rente, wat de consistentie in de rechtspraak onderstreept.