ECLI:NL:CRVB:2010:BO4023

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
12 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-2809 Wajong
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van WAJONG-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 november 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar een WAJONG-uitkering te weigeren. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 1 oktober 2010 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. W.P.F. Oosterbos.

Appellante voerde aan dat zij op haar zeventiende arbeidsongeschikt was door een zwak normale begaafdheid en beperkte geestelijke draagkracht. Het Uwv handhaafde echter het standpunt dat er op de datum in geding, 26 februari 1990, geen sprake was van arbeidsongeschiktheid. De Raad van Beroep oordeelde dat het medisch onderzoek door de (bezwaar)-verzekeringsarts zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de medische beoordeling.

De Raad concludeerde dat er geen medische beperkingen waren vastgesteld en dat het Uwv terecht had afgezien van een arbeidskundige beoordeling. De informatie die appellante had ingediend, waaronder gegevens van de gemeente Tholen en andere zorgverleners, bood geen bewijs voor haar stelling dat zij arbeidsongeschikt was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen waren om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante.

Uitspraak

09/2809 Wajong
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg van 9 april 2009, 08/571 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 12 november 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. J.J.M. Boot, advocaat te Steenbergen, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2010 . Appellante is niet verschenen. Het Uwv was vertegenwoordigd door mr. W.P.F. Oosterbos.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het besluit op bezwaar van 15 mei 2008 ongegrond verklaard. Bij het laatstgenoemde besluit heeft het Uwv de bezwaren van appellante tegen het besluit van
21 december 2007, waarbij haar een WAJONG-uitkering geweigerd was, ongegrond verklaard.
2.1. Appellante heeft in hoger beroep (wederom) aangevoerd dat zij reeds op haar zeventiende verjaardag arbeidsongeschikt was omdat zij toentertijd ten gevolge van een zwak normale begaafdheid en een beperkte geestelijke draagkracht niet in staat was om algemeen geaccepteerde arbeid te verrichten.
2.2. Het Uwv heeft in hoger beroep het standpunt gehandhaafd dat geen sprake is van arbeidsongeschiktheid op de datum in geding, 26 februari 1990.
3.1. De Raad overweegt als volgt.
3.2. Met de rechtbank is de Raad van oordeel dat het medisch onderzoek door de (bezwaar)-verzekeringsarts zorgvuldig is geweest. De Raad stelt zich volledig achter de overwegingen van de rechtbank terzake en maakt deze tot de zijne. Voorts ziet de Raad, evenmin als de rechtbank, aanleiding tot twijfel aan de juistheid van de medische beoordeling van de (bezwaar-)verzekeringsarts. De door appellante in de bezwaarfase ingediende informatie van de gemeente Tholen, verpleegkundige J. Bergman en Emergis ziet evenmin als de informatie van Argonaut Advies BV op de medische situatie van appellante ten tijde in geding, 26 februari 1990. Ook uit de bij de huisarts opgevraagde informatie blijkt niet dat sprake was van zwakbegaafdheid en/of psychische klachten op de datum in geding. In hoger beroep zijn geen nadere (medische) stukken zijn ingediend.
3.3. Nu er geen medische beperkingen zijn vastgesteld, heeft het Uwv terecht afgezien van een arbeidskundige beoordeling. De rapportage van drs. C. van Moerkerk, arbeidsdeskundige bij Argonaut B.V., doet hieraan niet af.
3.4. Gelet op het voorgaande dient de aangevallen uitspraak te worden bevestigd.
3.5. De Raad acht geen termen aanwezig om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand. De beslissing is, in tegenwoordigheid van D.E.P.M. Bary als griffier, uitgesproken in het openbaar op 12 november 2010.
(get.) J. Brand.
(get.) D.E.P.M. Bary.
CVG