ECLI:NL:CRVB:2010:BO3948
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en deugdelijkheid van medisch onderzoek na verkeersongeval
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van betrokkene, die na een verkeersongeval op 31 december 1993 met whiplashklachten uitviel voor haar werk als verkoopster. Aan betrokkene was aanvankelijk een uitkering toegekend op basis van 80-100% arbeidsongeschiktheid. Echter, op 20 februari 2008 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) deze uitkering herzien naar 15-25% arbeidsongeschiktheid, wat leidde tot bezwaar van betrokkene. De rechtbank Amsterdam heeft het bezwaar van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van het UWV vernietigd, waarna het UWV in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 12 november 2010 geoordeeld dat het UWV toereikend medisch onderzoek heeft verricht. De Raad concludeert dat de beschikbare objectieve medische gegevens geen aanleiding geven om te twijfelen aan de deugdelijkheid van de medische grondslag van het besluit op bezwaar. De Raad heeft vastgesteld dat er geen grond meer is voor het aannemen van een urenbeperking en dat de functies die aan betrokkene zijn voorgehouden medisch geschikt zijn. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van betrokkene ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de medische situatie van betrokkene niet is verbeterd en dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende heeft gemotiveerd waarom er geen urenbeperking meer geldt. De Raad heeft ook opgemerkt dat betrokkene in hoger beroep geen objectieve medische gegevens heeft overgelegd die haar stellingen onderbouwen. De uitspraak is openbaar gedaan en de Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling.