ECLI:NL:CRVB:2010:BO3783
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de ongewijzigde vaststelling van de WAO-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 november 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van haar beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 2 september 2008, waarin haar WAO-uitkering ongewijzigd was vastgesteld op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25%. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende informatie had om tot zijn oordeel te komen.
Appellante voerde in hoger beroep aan dat de medische beoordeling onzorgvuldig was, omdat de primaire arts geen BIG-geregistreerde verzekeringsarts was en dat de rapportage van deze arts niet correct was ondertekend. Ook stelde zij dat de functies die haar waren voorgehouden niet geschikt voor haar waren, gezien haar opleidingsachtergrond en ervaring. Het Uwv handhaafde echter zijn standpunt dat de medische beoordeling correct was en dat de functies wel degelijk passend waren.
De Raad overwoog dat de bezwaarverzekeringsarts een uitgebreid dossier had en dat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere beoordeling in twijfel trok. De Raad bevestigde dat appellante, gezien haar opleidingsniveau en werkervaring, in staat was de voorgehouden functies te vervullen. De Raad oordeelde dat de eerdere uitspraak van de rechtbank terecht was en dat er geen reden was om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd.