ECLI:NL:CRVB:2010:BO3771
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake zorgverzekeringen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 november 2010 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 24 februari 2010. De verzoekers, de erven van [betrokkene], hadden verzocht om herziening van de uitspraak die hen niet in het gelijk stelde in een geschil met het College voor zorgverzekeringen (Cvz). De Raad heeft vastgesteld dat het verzoek om herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak. De verzoekers waren niet verschenen op de zitting, terwijl het Cvz vertegenwoordigd was door mr. F. van Woerden.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet kan worden gebruikt om nieuwe argumenten aan te voeren die eerder niet zijn besproken. De Raad heeft ook opgemerkt dat de situatie waarover de verzoekers verwijzen naar een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, wezenlijk verschilt van hun eigen situatie. De Raad concludeert dat de verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er feiten of omstandigheden zijn die tot een andere uitspraak zouden hebben geleid.
Uiteindelijk heeft de Raad het verzoek om herziening afgewezen en geen termen aanwezig geacht voor de toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.