ECLI:NL:CRVB:2010:BO3721
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor gebitsrehabilitatie op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2010 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag voor een éénmalige totale gebitsrehabilitatie door appellant, die in 1943 is geboren en in 1977 is erkend als vervolgde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). Appellant had in oktober 2008 voorzieningen aangevraagd voor tandheelkundige behandelingen, maar zijn aanvraag werd afgewezen op 18 februari 2009. De afwijzing werd gehandhaafd bij het bestreden besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij werd gesteld dat er geen causaal verband was tussen de gebitsproblemen van appellant en zijn vervolging.
Tijdens de zitting op 23 september 2010 heeft appellant betoogd dat zijn gebitsproblemen, waaronder paradontale en restauratieve klachten, direct of indirect gerelateerd zijn aan zijn vervolging, met name door stress en bruxisme. De verweerster, vertegenwoordigd door mr. T.R.A. Dircke, stelde echter dat de gevraagde vergoeding betrekking had op paradontale problematiek, die multifactorieel is en niet direct aan de vervolging kan worden toegeschreven. De Raad heeft de medische gegevens en het advies van de behandelend tandarts in overweging genomen en geconcludeerd dat er geen bewijs is voor een doorgaande lijn van paradontale klachten sinds de oorlogsjaren.
De Raad heeft vastgesteld dat de huidige gebitsproblemen van appellant voortkomen uit paradontitis, en dat er geen gegevens zijn die een causaal verband met de vervolging kunnen aantonen. De Raad heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs voor een causaal verband in zaken die onder de Wuv vallen.