ECLI:NL:CRVB:2010:BO3267

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-6721 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling

In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, die op 12 november 2009 zijn beroep ongegrond verklaarde. Appellant, die als carrosseriebouwer werkte, was op 28 juni 2006 uitgevallen door voet- en enkelklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had op 11 augustus 2008 besloten dat appellant geen recht had op een WIA-uitkering per 25 juni 2008, omdat zijn verlies van verdiencapaciteit minder dan 35% was. De rechtbank bevestigde de medische en arbeidskundige grondslag van dit besluit.

In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn medische beperkingen onjuist waren vastgesteld en dat hij niet in staat was de geselecteerde functies te vervullen. De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep behandeld op 24 september 2010, waarbij appellant aanwezig was, maar het Uwv niet. De Raad heeft de medische beoordeling van het Uwv volledig onderschreven en vastgesteld dat er voldoende onderzoek naar de klachten van appellant had plaatsgevonden. De informatie van de huisarts en behandelaars was meegewogen, en appellant had geen medische onderbouwing voor zijn standpunt gegeven.

De Raad concludeerde dat er geen redenen waren om aan de geschiktheid van de in aanmerking genomen functies voor appellant te twijfelen. Daarom werd het hoger beroep afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 5 november 2010.

Uitspraak

09/6721 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant] wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 12 november 2009, 08/2075 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 5 november 2010
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 september 2010, waar appellant is verschenen. Het Uwv is met voorafgaande kennisgeving niet verschenen.
II. OVERWEGINGEN
1. Appellant, die laatstelijk werkzaam was als carrosseriebouwer, is op 28 juni 2006 uitgevallen met voet- en enkelklachten.
2.1. Het beroep van appellant richtte zich tegen het besluit van 11 augustus 2008 (hierna: bestreden besluit) waarbij het Uwv heeft gehandhaafd zijn besluit van 15 april 2008, strekkende tot de vaststelling dat appellant geen recht heeft op een uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) per 25 juni 2008 omdat een verlies van verdiencapaciteit is berekend van minder dan 35%.
2.2. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard. De rechtbank kan zich blijkens de overwegingen van de aangevallen uitspraak verenigen met de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit.
3. In hoger beroep heeft appellant -kort samengevat- aangevoerd dat zijn medische beperkingen onjuist zijn vastgesteld en dat hij niet in staat is de geselecteerde functies te vervullen.
4. De Raad overweegt als volgt.
4.1. De Raad kan zich geheel verenigen met hetgeen de rechtbank omtrent de medische beoordeling van het Uwv heeft overwogen. Ook de Raad ziet geen aanknopingspunten om de conclusies van de (bezwaar)verzekeringsartsen met betrekking tot de belastbaarheid van appellant onjuist te achten, nu voldoende onderzoek naar de klachten heeft plaatsgevonden, informatie van de huisarts en de behandelaars van appellant is meegewogen en appellant aan zijn standpunt geen medische onderbouwing heeft gegeven.
4.2. De Raad heeft, uitgaande van de juistheid van de vastgestelde belastbaarheid, geen aanleiding voor de veronderstelling dat de in aanmerking genomen functies niet geschikt zijn voor appellant.
4.3. Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. De Raad acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door R.C. Stam, in tegenwoordigheid van M.A. van Amerongen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 november 2010.
(get.) R.C. Stam.
(get.) M.A. van Amerongen.
CVG