ECLI:NL:CRVB:2010:BO1889
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- K.J. Kraan
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake doorbetaling van bezoldiging en dienstongeval bij deelname aan bedrijfsuitje
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, die haar beroep tegen een besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken ongegrond had verklaard. Appellante, werkzaam als documentalist bij het ministerie, had een verzoek ingediend voor doorbetaling van haar volledige bezoldiging, omdat zij van mening was dat haar arbeidsongeschiktheid het gevolg was van een dienstongeval. Dit dienstongeval vond plaats tijdens een bedrijfsuitje op 9 juni 2006, waarbij appellante tegen een glazen deur botste en kort buiten bewustzijn raakte. De minister had echter slechts 70% van haar bezoldiging doorbetaald, omdat deelname aan het uitje niet verplicht was gesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het ongeval niet als dienstongeval kan worden aangemerkt, aangezien deelname aan het bedrijfsuitje niet verplicht was. De Raad verwees naar de e-mailuitnodiging die aan de medewerkers was gestuurd, waarin deelname werd aangemoedigd maar niet verplicht gesteld. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende bewijs had geleverd dat zij gedwongen was om deel te nemen aan het uitje. De verklaring van de plaatsvervangend directeur, die bevestigde dat deelname niet verplicht was, werd als geloofwaardig beschouwd.
Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep van appellante afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor vergoeding van proceskosten, aangezien de minister in het gelijk was gesteld. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 oktober 2010.