ECLI:NL:CRVB:2010:BN9488
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.J. Bronsveld, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Breda van 12 mei 2009. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 september 2010 de zaak behandeld. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv, vertegenwoordigd door mr. M.W.L. Clemens, een gewijzigd besluit op bezwaar heeft genomen op 25 juni 2010, waarmee volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Hierdoor is het procesbelang van appellante komen te vervallen, wat betekent dat het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
De Raad heeft ook geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 644,-- voor de verleende rechtsbijstand in beroep en € 322,-- voor de verleende rechtsbijstand in hoger beroep, wat samen een totaalbedrag van € 966,-- oplevert. Daarnaast is bepaald dat het Uwv aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 149,-- moet vergoeden.
De uitspraak is gedaan door R.C. Stam, in tegenwoordigheid van griffier M.A. van Amerongen. De uitspraak is op 24 september 2010 gedaan, en de zitting vond plaats om 11.00 uur. De Raad heeft de beslissing genomen dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is en heeft de kostenveroordeling uitgesproken.