ECLI:NL:CRVB:2010:BN7803
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag aanvullende beurs op basis van conflict met moeder
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2010, werd het hoger beroep van appellant behandeld tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 12 maart 2009. Appellant had verzocht om bij de vaststelling van de hoogte van de aanvullende beurs geen rekening te houden met het inkomen van zijn moeder, vanwege een ernstig en structureel conflict tussen hen. De Raad oordeelde dat niet voldaan was aan de conflict-eis zoals gesteld in de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). Er was geen bewijs van ernstig lichamelijk of geestelijk geweld of diepgaande verschillen van inzicht over levensovertuiging, geloof of cultuur. De rechtbank had eerder het bezwaar van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak.
De Raad stelde vast dat de moeder van appellant geen draagkracht had om alimentatie te betalen, wat de vraag naar weigerachtigheid om alimentatie te betalen irrelevant maakte. De Raad concludeerde dat de situatie van appellant niet gelijkgesteld kon worden aan die van oninbare alimentatie, omdat er geen alimentatie was vastgesteld. De Raad wees erop dat de verklaring van de advocaat van appellant niet voldoende was om de ernst van het conflict aan te tonen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in zaken die betrekking hebben op studiefinanciering en de voorwaarden waaronder een ouderlijke bijdrage kan worden uitgesloten. De Raad concludeerde dat de argumenten van appellant niet voldoende waren om de eerdere beslissing van de rechtbank te weerleggen.