ECLI:NL:CRVB:2010:BN7801
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen een besluit van de IB-Groep. Het hoger beroep is ingesteld door appellant, vertegenwoordigd door mr. R.J. van Velzen, tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 31 december 2009. De rechtbank had eerder het bezwaar van appellant tegen het besluit van 18 februari 2009 ongegrond verklaard, omdat het bezwaar niet tijdig was ingediend. De Centrale Raad oordeelt dat appellant niet tijdig op de hoogte is geraakt van het besluit van 2 augustus 2008, omdat hij zijn adreswijziging niet aan de Minister heeft doorgegeven. Hierdoor is de termijn voor het indienen van bezwaar overschreden en is deze overschrijding niet verschoonbaar. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat de gevolgen van de termijnoverschrijding voor rekening van appellant komen.
De uitspraak is gedaan op 10 september 2010, na een zitting op 16 juli 2010, waar zowel appellant als de Minister vertegenwoordigd waren. De Raad heeft overwogen dat de verzending van het besluit van 2 augustus 2008 aannemelijk is, en dat appellant niet heeft aangetoond dat hij de Minister op de hoogte heeft gebracht van zijn nieuwe adres. De Raad volgt de argumenten van appellant niet en concludeert dat het besluit op de juiste wijze is bekendgemaakt. De Raad bevestigt dat de overschrijding van de bezwarentermijn niet verschoonbaar is en dat appellant zelf verantwoordelijk is voor de gevolgen van zijn nalatigheid.