ECLI:NL:CRVB:2010:BN6009

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-6582 WUBO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft appellant beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarin zijn bezwaar tegen een eerder besluit werd afgewezen. Het bestreden besluit, gedateerd 13 november 2009, verklaarde het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift, zoals vastgelegd in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 9 juli 2009, waarin zijn verzoek om herziening van eerdere besluiten werd afgewezen. Het bezwaar werd op 10 september 2009 ingediend, wat de termijn overschreed.

Tijdens de zitting op 15 juli 2010 was appellant niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door mr. T.R.A. Dircke. De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat de termijnen voor het indienen van bezwaar en beroep fatale termijnen zijn. Dit houdt in dat bij overschrijding van deze termijnen een niet-ontvankelijkverklaring moet volgen, tenzij er sprake is van een aanvaardbare reden voor de termijnoverschrijding, zoals bedoeld in artikel 6:11 van de Awb.

Appellant voerde aan dat hij wegens vakantie niet eerder had kunnen reageren. De Raad oordeelde echter dat verweerster terecht geen aanleiding heeft gezien om de niet-ontvankelijkheid achterwege te laten. Het is de verantwoordelijkheid van de indiener om tijdig maatregelen te treffen, ook bij afwezigheid. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit in rechte stand kan houden en verklaarde het beroep ongegrond. Er waren geen termen aanwezig voor proceskostenvergoeding.

Uitspraak

09/6582 WUBO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
en
de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna: verweerster)
Datum uitspraak: 26 augustus 2010
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft beroep ingesteld tegen het door verweerster onder dagtekening 13 november 2009, kenmerk BZ 9269, JZ/I/90/2009, ten aanzien van hem genomen besluit (verder: bestreden besluit).
Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 juli 2010. Daar is appellant niet verschenen. Verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. T.R.A. Dircke, werkzaam bij de Pensioen- en Uitkeringsraad.
II. OVERWEGINGEN
1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1. Bij besluit van 9 juli 2009 heeft verweerster afwijzend beslist op het verzoek van appellant om eerdere besluiten ingevolge de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 te herzien.
1.2. Tegen het besluit van 9 juli 2009 heeft appellant bezwaar gemaakt, welk schrijven op 10 september 2009 door verweerster is ontvangen.
1.3. Bij het bestreden besluit heeft verweerster het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gestelde termijn voor het indienen van een bezwaarschrift. In dat verband is overwogen dat de door appellant aangevoerde omstandigheid de termijnoverschrijding niet kan verontschuldigen.
2. Ter beantwoording staat de vraag of het bestreden besluit, gelet op hetgeen in beroep is aangevoerd, in rechte kan standhouden. De Raad overweegt als volgt.
2.1. Ingevolge artikel 6:7 van de Awb bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken. Op grond van artikel 6:11 van de Awb blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaarschrift niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
2.2. De termijnen voor het maken van bezwaar en het instellen van beroep zijn fatale termijnen. Dit betekent dat bij overschrijding van die termijnen een niet-ontvankelijk-verklaring dient te worden uitgesproken behalve als blijkt van een aanvaardbare reden voor verschoonbaarheid als bedoeld in artikel 6:11 van de Awb.
2.3. Ter verklaring van de termijnoverschrijding heeft appellant aangegeven dat hij wegens vakantie niet eerder heeft kunnen reageren.
2.4. Naar het oordeel van de Raad heeft verweerster in hetgeen door appellant is aangevoerd terecht geen aanleiding gezien om niet-ontvankelijkverklaring met toepassing van artikel 6:11 van de Awb achterwege te laten. Hiertoe overweegt de Raad dat het op de weg van een betrokkene ligt om bij afwezigheid wegens vakantie (of andere redenen) maatregelen te treffen om - zonodig met behulp van derden - zorg te dragen voor het tijdig (laten) indienen van een bezwaarschrift.
3. Het voorgaande brengt de Raad tot de slotsom dat het bestreden besluit in rechte kan standhouden en het ingestelde beroep ongegrond moet worden verklaard.
4. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Awb inzake vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en A.J. Schaap als leden, in tegenwoordigheid P.W.J. Hospel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 augustus 2010.
(get.) A. Beuker-Tilstra.
(get.) P.W.J. Hospel.
HD