ECLI:NL:CRVB:2010:BN6004
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wubo
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag tot erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De betrokkene, geboren in 1940, had in november 2008 een aanvraag ingediend, waarin hij stelde slachtoffer te zijn van een bombardement tijdens de Japanse inval in januari 1942 op Tulehu (Ambon). Hij beweerde dat hij tijdens een bombardement door een familielid in een loopgraaf was geworpen en daarbij zijn hoofd had gestoten, wat leidde tot bewusteloosheid.
De Raad voor de Rechtspraak heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat niet is gebleken dat de betrokkene direct betrokken was bij bombardementen of beschietingen op Tulehu. De verweerster, de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, had de aanvraag afgewezen op basis van het ontbreken van historische gegevens over bombardementen op Tulehu en het ontbreken van dossiers van bewoners die dergelijke bombardementen meldden.
De Raad overweegt dat volgens artikel 2 van de Wubo alleen degenen die direct betrokken zijn bij oorlogshandelingen als burger-oorlogsslachtoffer kunnen worden erkend. Ondanks de door appellanten ingebrachte verklaringen en informatie, waaronder een verklaring van een tante van de betrokkene en gegevens van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, is de Raad tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs is voor directe betrokkenheid van de betrokkene bij de bombardementen.
De Raad concludeert dat de gestelde verwonding van de betrokkene, die voortkwam uit het ongelukkig in de loopgraaf geworpen worden door een familielid, niet kan worden aangemerkt als een verwonding door een bombardement. De Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een vergoeding van proceskosten.