ECLI:NL:CRVB:2010:BN5543
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 augustus 2010 uitspraak gedaan op het verzoek van verzoekster om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 18 september 2009. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, verzocht om herziening van de uitspraak die betrekking had op de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De Raad had eerder de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 25 april 2008 bevestigd. Verzoekster stelde dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet volledig was en dat zij pas nieuwe feiten en omstandigheden kon aanvoeren indien dit onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. Daarnaast voerde zij aan dat niet alle medische feiten in de eerdere uitspraak waren vermeld en dat er sprake was van een foutieve uitleg van de jurisprudentie van de Raad.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat herziening op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen mogelijk is bij nieuwe feiten of omstandigheden. De Raad stelde vast dat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die aanleiding gaven voor herziening. De argumenten die door de gemachtigde van verzoekster werden aangevoerd, waren in wezen dezelfde als in eerdere verzoeken die door de Raad waren afgewezen. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om het verzoek om herziening in te willigen en wees het verzoek af. Tevens werd er geen veroordeling in proceskosten uitgesproken, omdat de Raad hiervoor geen aanleiding zag. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter J.W. Schuttel en de leden C.W.J. Schoor en J.P.M. Zeijen, in aanwezigheid van griffier M.A. van Amerongen.