ECLI:NL:CRVB:2010:BN5123

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-1135 WAJONG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van WAJONG-uitkering op basis van onzorgvuldig onderzoek door bezwaarverzekeringsarts

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin de rechtbank het beroep tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond heeft verklaard. Het Uwv had op 18 augustus 2008 geweigerd om appellante in aanmerking te brengen voor een WAJONG-uitkering, omdat zij op haar 17e en 18e verjaardag minder dan 25% arbeidsongeschikt was. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het onderzoek door de bezwaarverzekeringsarts onzorgvuldig was uitgevoerd. De bezwaarverzekeringsarts had psycholoog D. van Duren ingeschakeld, die concludeerde dat appellante leed aan een chronische, ernstige depressieve stoornis met stemmingscongruente psychotische kenmerken. Appellante betoogde dat de bezwaarverzekeringsarts deze belangrijke informatie ten onrechte had genegeerd.

De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de rechtbank op juiste wijze heeft uiteengezet waarom het besluit van het Uwv de rechtelijke toets kon doorstaan. Appellante heeft in hoger beroep geen wezenlijk andere argumenten naar voren gebracht dan in de eerdere procedure. De Raad benadrukte dat het risico voor appellante ligt in het niet kunnen vaststellen van psychopathologie op het moment van de aanvraag voor de WAJONG-uitkering. Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van D.E.P.M. Bary als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 augustus 2010.

Uitspraak

10/1135 WAJONG
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 6 januari 2010, 09/841 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 27 augustus 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het geding is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting op 16 juli 2010, waar partijen - met bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
1. Het in dit geding aan de orde zijnde geschil wordt beoordeeld aan de hand van de bepalingen van de WAJONG, zoals die luidden tot 1 januari 2010.
2. Bij besluit van 18 augustus 2008 heeft het Uwv geweigerd om appellante in aanmerking te brengen voor een WAJONG-uitkering, omdat appellante op 8 mei 1996/1997 (haar 17e en 18e verjaardag) minder dan 25% arbeidsongeschikt was.
3. Bij besluit van 17 februari 2009 heeft het Uwv het bezwaar tegen het besluit van 18 augustus 2008 ongegrond verklaard.
4. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 17 februari 2009 ongegrond verklaard.
5. Appellante heeft zich hier niet mee kunnen verenigen en heeft in hoger beroep - kort samengevat - herhaald dat het onderzoek door de (bezwaar)verzekeringsartsen naar haar beperkingen onzorgvuldig is verricht. De bezwaarverzekeringsarts heeft psycholoog D. van Duren als deskundige ingeschakeld. Van Duren is tot de conclusie gekomen dat appellante een chronische, ernstige depressieve stoornis heeft met stemmingscongruente psychotische kenmerken. Er zijn aanwijzingen die doen vermoeden dat op het 18e jaar al sprake was van psychopathologie. Deze gegevens heeft de bezwaarverzekeringsarts ten onrechte naast zich neergelegd. Dit is naar de opvatting van appellante onzorgvuldig omdat het tot de deskundigheid van een psycholoog behoort om een diagnose op het gebied van de psyche te stellen. Van belang hierbij is dat de bezwaarverzekeringsarts heeft aangegeven dat hij appellante niet goed heeft kunnen onderzoeken.
6. Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank op juiste wijze besproken en op juiste wijze uiteengezet waarom het besluit van 17 februari 2009 de rechtelijke toets kan doorstaan. Appellante heeft in hoger beroep geen wezenlijk andere gronden naar voren gebracht dan in beroep. Evenmin heeft zij aangegeven waarom het oordeel van de rechtbank over hetgeen zij in beroep heeft aangevoerd, waaronder haar commentaar op het niet volgen van Van Duren, naar haar mening onjuist is. De Raad verwijst dan ook naar de overwegingen van de rechtbank zoals die beschreven staan in de aangevallen uitspraak en maakt deze tot de zijne. De Raad wijst er op dat in een geval als dit waarin lange tijd na de datum in geding een aanvraag om een WAJONG-uitkering wordt gedaan naar vaste rechtspraak van de Raad appellante het risico draagt indien niet kan worden vastgesteld dat er in mei 1997 sprake was van psychopathologie.
7. Het vorengaande betekent dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van D.E.P.M. Bary als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 augustus 2010.
(get.) J. Brand.
(get.) D.E.P.M. Bary.
NK