ECLI:NL:CRVB:2010:BN3925
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- O.L.H.W.I. Korte
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake arbeidsverplichtingen onder de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 augustus 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 21 mei 2008. Appellante, die sinds 1 oktober 2008 niet meer in de gemeente Sittard-Geleen woont, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van die gemeente, waarin haar arbeidsverplichtingen waren opgelegd op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Raad heeft vastgesteld dat appellante geen procesbelang meer heeft, aangezien zij niet langer in de gemeente woont en daardoor geen recht meer heeft op bijstand. De Raad oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat appellante geen tot haar persoon te herleiden belang meer heeft bij een beoordeling van het besluit van 8 oktober 2007, dat haar bezwaar tegen de arbeidsverplichtingen ongegrond verklaarde. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met C. van Viegen als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.