ECLI:NL:CRVB:2010:BN3009
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Stam
- R.L. Venneman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op WIA-uitkering en geschiktheid voor arbeid na medische en arbeidskundige evaluatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juli 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in beroep ging tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 21 juli 2009. Appellant, die als operator-loader heeft gewerkt, was op 16 augustus 2006 uitgevallen wegens rugklachten. Na een beoordeling in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) heeft de verzekeringsarts vastgesteld dat appellant beperkingen heeft aan het bewegingsapparaat, waaronder rug-, schouder- en linkerbeenklachten. Op basis van deze klachten is een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) opgesteld, waaruit bleek dat appellant niet meer geschikt was voor zijn eigen werk, maar nog wel voor andere functies. De arbeidsdeskundige concludeerde dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was en heeft hem per 13 augustus 2008 geen recht op een WIA-uitkering toegekend.
Appellant heeft in bezwaar aangevoerd dat hij meer beperkingen heeft dan door het Uwv zijn aangenomen en heeft aanvullende medische informatie ingediend. De bezwaarverzekeringsarts heeft de FML aangescherpt, maar de bezwaararbeidsdeskundige concludeerde dat de geselecteerde functies nog steeds geschikt waren voor appellant. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat zowel de verzekeringsarts als de bezwaarverzekeringsarts appellant zorgvuldig hebben onderzocht en dat de medische informatie die na het bestreden besluit is ingebracht, niet voldoende was om te concluderen dat de beperkingen in de FML zijn onderschat. De Raad bevestigt dat het Uwv de geschiktheid van appellant voor de aan de schatting ten grondslag gelegde functies voldoende heeft gemotiveerd. De uitspraak van de rechtbank wordt dan ook bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig voor toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.