ECLI:NL:CRVB:2010:BN2786
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake AWW-pensioen op basis van vermeende onjuistheden in de feitelijke voorstelling van zaken
In deze zaak heeft verzoekster, die eerder een AWW-pensioen ontving, verzocht om herziening van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 11 april 2001. Dit verzoek is gedaan op basis van de stelling dat de Raad in die uitspraak is uitgegaan van een onjuiste feitelijke voorstelling van zaken door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Verzoekster betoogt dat de Svb ten onrechte heeft gesteld dat zij op 27 december 1994 was gehuwd, wat zou leiden tot het intrekken van haar AWW-pensioen. Verzoekster stelt dat er geen huwelijk op die datum heeft plaatsgevonden en dat de Svb geen huwelijksakte van die datum kan overleggen.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening afgewezen. De Raad oordeelt dat er geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid is gepresenteerd die aanleiding zou geven tot herziening van de eerdere uitspraak. De Raad wijst erop dat het verzoek om herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de juistheid van de eerdere uitspraak. De Raad heeft vastgesteld dat de Svb in eerdere beslissingen al melding heeft gemaakt van typfouten in het besluit van 29 oktober 1996, waaronder de verkeerde huwelijksdatum. Dit wijst op een kennelijke verschrijving en niet op een feitelijke onjuistheid die herziening rechtvaardigt.
Daarnaast heeft de Raad het verzoek van de Svb om veroordeling van verzoekster in de proceskosten afgewezen, omdat er geen sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Verzoekster heeft niet eerder een verzoek om herziening ingediend, wat haar argumenten in deze procedure niet kansloos maakt. De Raad heeft de zaak openbaar behandeld en de beslissing is op 28 juli 2010 uitgesproken.