ECLI:NL:CRVB:2010:BN1802
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- J. Brand
- N.J.E.G. Cremers
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van WIA-uitkering zonder dringende redenen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Dordrecht. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaard. Het Uwv had op 3 juli 2008 een bedrag van € 14.837,01 teruggevorderd van appellante, omdat dit bedrag onverschuldigd aan haar was uitbetaald in de periode van 29 augustus 2006 tot en met 30 juni 2008. Appellante had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, waarop het Uwv op 25 september 2008 het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaarde en het terug te vorderen bedrag verlaagde naar € 10.239,93. Appellante stelde dat er dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, maar de Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de hoofdregel rechtvaardigden.
De Raad benadrukte dat voor het aannemen van een dringende reden op grond van het rechtszekerheidsbeginsel, er sprake moet zijn van een bijzonder geval waarin strikte toepassing van artikel 77 van de Wet WIA niet meer rechtsplichtig is. Dit is alleen aan de orde als er een ondubbelzinnige, schriftelijke mededeling van het Uwv is gedaan, waarop appellante niet had kunnen twijfelen. In dit geval was er geen sprake van een dergelijke mededeling. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de terugvordering terecht was gedaan. De Raad vond ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de noodzaak voor het Uwv om terugvorderingen te doen, zelfs als er fouten zijn gemaakt, zolang deze fouten niet leiden tot een onaanvaardbare situatie voor de betrokkene. De Raad concludeerde dat de terugvordering niet onaanvaardbare gevolgen had voor appellante, aangezien er rekening werd gehouden met haar financiële situatie.