ECLI:NL:CRVB:2010:BN1743
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- J. Brand
- N.J.E.G. Cremers
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de intrekking van de WAO-uitkering en de afwijzing van het verzoek om terug te komen van het besluit
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin het beroep tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had in 1999 de WAO-uitkering van appellante per 4 augustus 1999 ingetrokken. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij niet op de hoogte was van deze intrekking en dat de uitbetaling van haar uitkering feitelijk was gestopt zonder dat zij dit had gemerkt. De rechtbank oordeelde dat het besluit van 30 augustus 1999 in rechte onaantastbaar was geworden en dat appellante geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden had aangedragen die een heroverweging van het besluit rechtvaardigden.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende had onderbouwd dat zij niet op de hoogte was van de intrekking van haar uitkering. De stelling dat de WAO-uitkering was geïncorporeerd in haar bijstandsuitkering werd niet overtuigend genoeg bevonden. De Raad verwees naar eerdere rechtspraak en concludeerde dat de klachten van appellante, die later als klachten van het syndroom SLE werden gediagnosticeerd, al bekend waren ten tijde van de intrekking van de uitkering. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had gesteld dat er geen sprake was van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar uitspraken. De Raad achtte geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend aan appellante. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en handhaafde de intrekking van de WAO-uitkering.